Jan Van Assche

Toespraak van de Grootmeester

“Jan Van Assche en Serreproject het Kerreveld zijn parels van Hoeilaart”

Mevrouwen, mijne heren, collega-ridders en beste neofiet Jan,

Ik las bovenstaande titel via de zoekmotor Google en dacht bij mezelf. Nu heb ik het: Jan is een parel aan de kroon van de lieflijke druivenstreek en Hoeilaart in het bijzonder.

Het vervelende aan de functie van Grootmeester is dat je in se niets mag zeggen over de te introniseren ridder. Dat is een privilege voor de griffier en de sprekers die straks de revue passeren. Het leuke aan de functie van Grootmeester is dat je je mag verliezen in allerhande kronkelwegen die de neofiet-ridder wel al eens zou bewandeld kunnen hebben. Als je even de man gaat googelen dan kom je er al vrij snel achter: Jan is een uomo universale (Italiaans: universele mens, duizendpoot, ook vaak in het Latijn homo universalis). Dit is een uitdrukking waarmee een persoon (mannelijk of vrouwelijk) wordt bedoeld die al zijn faculteiten en vaardigheden ontwikkelt en ten dienste stelt van allen en alles wat hem omringt.

Voor Jan is cultuur, de Nederlandse taal, het Vlaamse karakter, eigenheid, streekgebonden projecten, liefde voor de regio, theater, kunstprojecten, de mens en de maatschappij, elk een aspect van zijn ‘duizendpoot’ imago. En ik bedoel hier imago op de meest positieve zin van het woord.  Het voorstel om Jan vandaag op te nemen in onze ridderorde is dan ook geen toeval. Vroeg of laat moest het gebeuren en de beslissing om hem een plaats te gunnen in de schoot van de Orde van het Gulden Masker. De Druif, symbool van deze regio, leidt ons naar de wijn, de overgang is klein en makkelijk, het verbouwen en brouwen complexer dan men vermoedt.  Zo gaat het ook met de mens, door de jaren heen wordt hij rijker aan ideeën, gevoelens, hartstocht, liefde voor het leven, de mensen om zich heen, en zo ontstaat al vrij snel de microbe om zich ten dienste te stellen van en passie te kweken voor alles wat iemand doet.

Je opname in onze Orde, beste Jan, wil dan ook een stimulans zijn om je vele talenten op een onbaatzuchtige wijze verder in te zetten opdat taal, toneel, kunst tot in lengten van jouw dagen mogen bloeien en groeien.

Wijn roept ook diepere associaties op. De wijnstok is – net zoals tarwe – een van de oudste teelgewassen van de mensheid: ze maakt letterlijk deel uit van de wortels van onze beschaving.
De associatie met de natuurelementen is sterk: de wijnstok is geworteld in de aarde, het water geeft leven aan de wijnstok, de zon doet de druiven rijpen, de gloed van wijn in het glas doet aan vuur denken.
De oogst is hierbij het elk jaar terugkerende geschenk van de genereuze natuur: Rainer Maria Rilke formuleerde het als volgt: Heer, het is tijd. Het was een grootse zomer. / Leg nu uw schaduw op de zonnewijzers / en laat de wind over de velden komen. / Gebied de vruchten vol te zijn, / verleen hun nog twee zuidelijker dagen, / stuw ze naar de voldragenheid en jaag / de laatste zoetheid in de zware wijn ).

Ik dank u,

Toespraak van de Griffier

Beste aanwezigen

Op 28 november 2022 viel het aanvraagdossier om Jan Van Assche te ridderen in onze bus. In onze Reglementen staat “uiterlijk eind november”, dus dat was net op tijd. De leden van de Hoge Raad oordeelden dat de kandidatuur kon worden voorgelegd aan de Algemene Vergadering.

Op dat Kapittel van 28 januari 2023 werd de kandidatuur door collega Ridder Jean-Pierre Muyldermans toegelicht en door de Plenaire Vergadering aanvaard.

Sinds 1978 – hij was amper 19 jaar – doet Jan aan toneel. Schrijven, componeren, regisseren… Hij doet het allemaal, in en met kleine en grote gezelschappen. Het uitvoerig palmares van Jan Van Assche zal in de volgende toespraken zeker aan bod komen, daarom hou ik het hier kort.

We zijn nu samen getuige van de intronisatie van de 189ste Ridder in de Orde van het Gulden Masker.

Dankwoord van Jan

Beste grootmeester, beste Hoge Raad, collega’s ridders, beste familie en vrienden, beste Hoeilanders, beste allemaal …

Het voelt wat onwennig aan om vandaag zoveel mooie woorden over mezelf te horen maar, ik ga het niet onder stoelen of banken steken, het doet deugd en ik ben blij dat ik zelf niet moet oordelen of ik allemaal wel verdien.

Ik wil dit eerbetoon daarom onmiddellijk uitbreiden naar al diegenen die in die bijna 50 jaar spontaan mee hun schouders gezet hebben achter al wat we samen gerealiseerd hebben, want daarin ligt de kern van ons leven: samen.

 

Ik maakte voor het eerst kennis met het podium tijdens het laatste jaar van mijn humaniora in het Sint-Jozefcollege te Overijse. We hadden de directie na een geslaagde poëzienamiddag kunnen overtuigen om een culturele avond te organiseren. We schrijven 1978, en de laatstejaars wilden toneel brengen zonder hulp van de leerkrachten. Ik bedacht het verhaal, schreef de liedjes en samen gingen we aan de slag.  De kracht van dat creatief samen bouwen aan een theaterstuk, overweldigde mij. Ik zag de hele groep boven zichzelf uitstijgen, respect krijgen voor elkaar en vooral geloven in het eigen kunnen. Ook vandaag, 45 jaar later is ‘De Cult’, want zo noemt die avond tegenwoordig, nog altijd vaste waarde in het lokaal jeugdtoneel En ja, ik ben fier dat ik toen het eerste zaadje plantte.

 

Ik heb doorheen de jaren altijd de kaart van het verenigingsleven getrokken. Toen we in 1980 Radio Zoniën opstartten, was dat met twee duidelijk doelen:

  1. Het versterken van de gemeenschap en het verenigingsleven om zo het Vlaams karakter van onze Druivenstreek veilig te stellen. De radio zou hierin een stuwende kracht worden.

 

  1. Het tweede doel was om vooral jonge mensen actief de kans bieden hun talenten te ontdekken en te ontplooien. Als ik vandaag zie waar onze medewerkers van toen overal professioneel terecht zijn gekomen dan ben ik bijzonder trots. Wat een ploeg.

 

Wees gerust, ik ga hier geen overzicht geven van 50 jaar verenigingswerk. Maar, als u het mij toestaat, wil ik kort even dieper ingaan op de missie die ik al die jaren probeer uit te dragen.

 

Ik vermeldde daarnet al het ‘Vlaams karakter’. En al zijn er bepaalde groepen die je de rug toekeren als je het woord Vlaams uitspreekt –  onbegrijpelijk -, onze taal is het fundament van onze gemeenschap, dat wat ons allen verbindt. Wie dat verloochent, heeft geen flauw benul van wat een gemeenschap is. En neen, dan gaat het niet alleen over de taal die we met elkaar spreken.

Als Hoeilaart vandaag nog altijd te boek staat als Vlaamse gemeente, dan ligt dat zeker niet aan de bevolkingscijfers, maar 100% aan de dynamiek, de samenhang en de kracht die ons Vlaams gemeenschapsleven uitstraalt. Het is onze gemeenschap die hier de boel draaiend houdt, die ervoor zorgt dat mensen met elkaar samenwerken, kansen krijgen, elkaar ontmoeten en ontdekken, leren respecteren en vriendschappen smeden.

Het zijn onze verenigingen die de eigenheid van Hoeilaart elke dag op de kaart zetten en wees gerust, de Hoeilanders is uitzonderlijk trots op zijn gemeente al sinds de eerste druif van Felix Sohie.

Maar dat is nooit vanzelf gegaan en vraagt elke dag opnieuw om een immense inzet van een belangrijke groep trekkers, mannen en vrouwen die anderen kunnen motiveren om er samen voor te gaan en dingen te realiseren, in welke vorm dan ook.

En ja, ik ben trots om een van die creatieve trekkers te zijn en dat heeft me al die jaren veel energie gekost maar zoveel vreugde en vriendschap teruggegeven.

 

Alles waar ik voor probeer te staan, heb ik vier jaar geleden samengebundeld in de ‘Felix, de musical’. Honderden mensen doen samenwerken, alle talent maximaal benutten, onze Hoeilaarste gemeenschap doen stralen en smeden tot een hechte groep die alles aankan …

Het immense succes van deze productie heeft me nog meer overtuigd van de kracht van het samenwerken, het mooiste synoniem van ‘geluk’.

 

Vier maanden na de première van Felix, de musical, brak Corona uit en ik hoef niemand hier uit te leggen wat dit allemaal teweeggebracht heeft.

En al heeft onze Hoeilaartse gemeenschap deze wereldcrisis goed overleefd, toch is de wereld na Corona erg veranderd. Ook voor het gemeenschapsleven, voor de verenigingen. De zoektocht naar leden en toeschouwers is nog nooit zo intens en moeilijk geweest. De traagheid waarmee de wereld na Corona op het vlak van cultuurbeleving heropstart, is pijnlijk. Het is alsof het virus na de mens nu ook het socio-culturele weefsel aantast en dat is een nieuw en onbekend gevecht. En weer ontbreekt een duidelijke gemeenschappelijke aanpak om dit beestje te bestrijden.

Daarom mijn oproep naar al wie mee het beleid bepaalt, vooral lokaal, neem dit probleem ernstig. Laat er ons samen niet iets maar alles aan doen om voro onze gemeenschap deze strijd te winnen.

 

Sta me toe om tot slot een dankwoord te richten tot enkele mensen:

 

In de eerste plaats de Orde van het Gulden Masker waar ik vanaf vandaag trots deel mag van uitmaken. Bedankt voor de erkenning. U kan op mij rekenen.

 

Maar ook een woordje van dank aan onze Koninklijke toneelkring De Jonge Druivelaar, onze oudste nog bestaande Hoeilaartse cultuurvereniging met voorzitter Roger Vanhellemont. Met deze groep heb ik als sinds 1986, door ‘800 jaar Hoeilaart’ een mooie vriendschapsband, en De Jonge Druivelaar ligt die mee aan de basis ligt van dit ridderschap. Uw trouwe regisseur dankt u en nodigt iedereen uit op onze productie, “TAXI, TAXI”, eind november.

 

Ook dank aan de hele bende van ‘Felix, de musical’, om mij de kans te bieden, mijn grote droom te realiseren te hebben. Samen hebben we “Dromen, Durven, Denken, Doen” waargemaakt.

 

Het Davidsfonds, mijn vereniging, met wie we sinds 2006 een eindeloze reeks schitterende activiteiten organisen. Beste bestuursleden en oud-bestuursleden met in het bijzonder Mia Soret, bedankt om elk avontuur te willen aangaan.

 

En dan, op risico enkele mensen te vergeten:

 

  1. Ghislain Dewolf, de man die het initiatief genomen heeft voor dit ridderschap. De energie en het enthousiasme dat hij bij het Davidsfons, De Jonge Druivelaar en in nog tal van andere verenigingen opwekt, is voor ons allen een godsgeschenk. Ghislain is een echte ‘Hoeilaartse Parel’. Bedankt, vriend.
  2. Bedankt ook Wim Maris, onze verbindingsofficier in dit mooie cultureel centrum wiens enthousiaste inzet de Hoeilaartse socio-culturele echt vooruit helpt. Onze gemeentelijke overheid beseft niet welk een goud ze met hem in handen heeft.
  3. Bedankt Beatrijs Dhont, oud cultuurambtenaar, met wie ik het gelukkig had 13 jaar het Druivenfestival te leiden. Onvergetelijke topjaren.
  4. Ik vermeld ook graag collega-ridder Jean-Pierre Muyldermans en echtgenote Josiane, die na 800 jaar Hoeilaart, het Hoeilaarts toneel een grote boost gaven.
  5. Bedankt Joris Bosman, Koen Mertens en Willy Vervloet, drie grote Hoeilanders, Koen woont wel in Kampenhout maar dat mag tegenwoordig geen probleem zijn, drie dikke vrienden en koffiedrinkers die mijn gebrek aan geschoolde muzikale kennis altijd omtoveren tot juweeltjes en die steeds bereid zijn om hun tijd mee te investeren in nieuwe muziekproducties. Dat we nog veel mogen samenwerken.
  6. Jan Vanderstraeten, vriend van vele jaren met wie ik eindeloos en kritisch van gedachten kan wisselen over nieuwe ideeën en zoveel meer. Duizendmaal dank, Jan
  7. Marijke De Rudder en Francine Verlee, tweede dames uit de duizend waar je altijd kan op rekenen. Die voor het realiseren van ‘Felix, de musical’ het meeste zweet gelaten hebben en mij waarschijnlijk niet alleen van mijn beste, vriendelijke, kant gezien hebben. Maar ze hebben de grote druk wonderwel weerstaan en we zien elkaar nog altijd even graag.
  8. Mijn ouders die er al een lange tijd niet meer zijn maar die doorheen de jaren al mij capriolen ondergingen en gesteund hebben. Zes jaar een radio huisvesten met meer dan 70 medewerkers, in eigen huis. Je moet het maar doen.
  9. Mijn twee broers, Wim en Dirk, die me de ruimte gegeven hebben om mijn ding te doen.
  10. En uiteraard mijn gezin. Mijn echtgenote Monique, die me waarschijnlijk wat meer thuis wil hebben maar me in alles sowieso onvoorwaardelijk steunt, en mijn kinderen, Marieke, Karel en Kamiel, die zich ongetwijfeld zullen afvragen waarom Hoeilaart zo vaak voorrang krijgt op alles, maar die ondanks dat toch begripvol meestappen in mijn verhaal.
  11. En tenslotte ook dank aan Hoeilaart, mijn glazen dorp aan de IJse, je bent het waard?

Beste allemaal, sta me toe om tot slot nog een korte wens uit te spreken, een warme oproep:

Bouw mee aan een sterke gemeenschap, toon belangstelling voor dit podium. Hoe meer wij respectvol samenwerken en interesse tonen voor elkaar, hoe beter deze wereld wordt.

Ik reken op u.

Jan werd geïntroniseerd op 1 oktober 2023