Ann werd geïntroniseerd op zaterdag 20 maart 2022.
Beste Ann, familie, genodigden, vrienden collega -ridders
Een mens zou het zowaar verleren. 2 jaar hebben we gewacht op deze heuglijke dag dat we Ann kunnen opnemen in onze Orde. En ja, ’t is nog altijd niet 100 % zoals het zou verlopen mochten we deze vervelende crisis niet hebben gekend. En plots zijn er zoveel engagementen van de mobiele en modale mens, die iedere toekomstige activiteit opnieuw zullen hypothekeren, want de verloren tijd moet ingehaald worden. Verjaardagen, eetfestijnen, skiverloven, toneelopvoeringen en noem maar op, lopen kriskras door mekaar en dus moet je op een bepaald moment de ‘dag’ prikken en ervoor gaan, misschien in een lagere bezetting, maar met evenveel ijver, blijdschap en vertrouwen.
Aan ijver zal het ons niet ontbreken en met de komst van Ann denk ik dat we alweer een straffe madame bij hebben die de glans en de uitstraling van onze Orde mee zal uitdragen. Blijdschap is er steeds in onze aller ridderharten wanneer we weer een verdienstelijk persoon uit de Vlaams Brabantse en Vlaams Brusselse amateurgezelschappen een hartelijk dankjewel en een ferme schouderklop kunnen geven voor zovele initiatieven, zoveel bijdrage, zoveel inzet en vertrouwen, ja, vertrouwen moet gevoed worden, moet groeien, moet overleven, moet er steeds bestaan, ondanks de miseriewereld waarin we leven.
Dus Ann, is deze viering een opsteker van formaat in eerste instantie voor jezelf, je omgeving, al wie jou dierbaar zijn, maar ook voor ieder toneelminnende persoon. Samen met mijn collega’s uit de Hoge Raad en alle ridders zijn we dus blij om je vandaag op te nemen in het select clubje van 63 betekenisvolle mensen voor het toneel en die, in de meeste gevallen in hun eigen habitat of regionaal ook de handschoen opnamen en opnemen in een bredere sociaal culturele context. Onze maatschappij zal niet overleven dankzij de politiekers, de zeurkousen, de zwartkijkers, maar dankzij iedereen, die elke morgen met opgeheven hoofd en een rugzak vol goede moed, frisse initiatieven, tomeloze inzet zijn eigen wijde wereld intrekt om zijn of haar boodschap van hoop, geloof en liefde rond te strooien.
Dat zagen we in jou en vonden we terug in je palmares dat ons werd voorgelegd en daarom Ann, daarom nemen we jou vandaag graag op in onze warme gemeenschap van de Orde van het Gulden Masker.
Toespraak van de Griffier
Geachte aanwezigen,
Het moet begin november 2019 geweest zijn. Op het podium van het Plaatselijk Ontmoetings Centrum in Humbeek sprak Ann me aan, met interesse in de Orde van het Gulden Masker.
Eind november was er al een officiële aanvraag, en even later zat dit dossier in de bus.
We lezen dat de eerste theaterkiemen werden gezaaid in Lebbeke. Ze speelde in Dendermonde en Aalst. Ze volgde allerlei cursussen en bijscholingen. Toneel, dictie, woord, repertoirestudie, voordracht, theateradvies… Je kan het zo gek niet bedenken.
Gelukkig stak ze op tijd de provinciegrens over en ontdekte ze Londerzeel, Meise, Merchtem en waarschijnlijk nog wel enkele andere Vlaams-Brabantse regionen. Anders had zij de Orde gemist. En de Orde zou haar gemist hebben.
Ann speelde in meer dan 50 toneelstukken, was regieassistente, verzorgde de public relations, zorgde voor grime en rekwisieten… Details zal u waarschijnlijk straks horen, van mensen die Ann beter kennen dan ik.
In het verslag van de Hoge Raad van 5 december 2019 staat: “De vergadering beslist unaniem dat het dossier volledig is en aan alle gestelde voorwaarden voldoet. De kandidatuur zal dus aan de Algemene Vergadering worden voorgelegd.” Op die Algemene Vergadering van 25 januari 2020 in Grimbergen (zolang is het geleden dat we elkaar zagen!) werd de voordracht van Ann met vuur verdedigd door Ridder Lisette Van Ginderachter. De kandidatuur werd aanvaard en we gingen op zoek naar een datum voor deze intronisatie.
Ik moet niet vertellen dat dát een calvarietocht werd. Maar het is gelukt. We gaan hier en nu getuige zijn van de intronisatie van de 184ste Ridder in de geschiedenis van de Orde.
Toespraak van Ridder Lisette Van Ginderachter
Geachte en geëerde Grootmeester, geachte en geëerde Leden van de Hoge Raad, geachte en geëerde Ridders van het Gulden Masker.
Mijn speech wordt een kort woordje, want nog voor die ellendige en zware coronaperiode heb ik tijdens onze laatste plenaire vergadering uitvoerig de acteercapaciteiten en de vele talenten van Anne besproken. Vandaag wil ik jullie kennis laten maken met Anne als mens, als persoonlijkheid.
In vergelijking tot de vele Vlaamse charmezangers die in hun liedjes hun liefde proberen te verkondigen of toch pogingen ondernemen tot, ik denk maar aan de song gericht tot ene Angelina: “Kon ik maar kijken tot diep in je hart, Angelina ” en nog: “Laat me stilaan voelen wat je voor me voelt “en ook “Zeg me wat verraadt die blik in je mooie ogen?” en hiermee klaarblijkelijk geen stap verder geraken, maak ik het voor jullie, beste vrienden, eigenlijk papgemakkelijk.
Anneke laat wel tot diep in haar hart kijken en wat je daar te zien krijgt is liefde, vriendschap, genegenheid, trouw, sympathie en vooral empathie. En…van alle menselijke emoties is empathie waarschijnlijk de meest wezenlijke. Toch? Anneke zal daarbij ook tonen wat ze voelt en aanvoelen wat jullie voelen. Ze zal blij zijn als jullie dat ook zijn en troosten en soelaas brengen als ze ziet dat jullie het moeilijk hebben. Anneke zal ook in haar diepblauwe ogen laten kijken en jullie ook recht in de ogen kijken. En wees ervan overtuigd, op dit ogenblik twinkelen haar oogjes want vandaag is ze dolgelukkig!
Vandaag werd ze door die “fameuze en spectaculaire schoudertik “van het machtige, zware zwaard eindelijk tot Ridder van het Gulden Masker geslagen. Anneke straalt en is jullie vooral dankbaar!
Ik geef jullie een gulden raad, beste vrienden, doe a.u.b. de proef op de som en kijk ze straks, tijdens het felicitatiemoment, maar eens diep in de ogen en je zal onmiddellijk de sympathie en empathie gewaarworden, beloofd!
Echt, Anneke is een leuke, jonge en aangename verschijning en de Orde krijgt er beslist een goed, volwaardig en gedreven lid bij. En… is het niet zo, lieve mensen, dat ons bestaan voortdurend verandert als we goedheid, vriendschap en betrouwbaarheid werkelijk toelaten in ons leven? Dus…dikke proficiat, Anneke met je verkregen titel en bedankt, geachte en geëerde Leden van de Orde van het Gulden Masker voor het willen opnemen en verder begeleiden van Anne.
Toespraak van Ann
Maandenlang heb ik me afgevraagd: hoe word ik een echte ridder? Moet ik een kruistocht ondernemen? Welke uitrusting moet ik aanschaffen? Ik geef jullie een inkijk in mijn beproevingen en mijn zorgen
Ik heb de legende van koning Arthur herlezen, een paar keer, maar dat bracht geen soelaas.
In mijn fantasie bekampte ik meermaals vuurspuwende, groene draken, de echte dus. Ik faalde keer op keer.
Geen enkele Merlijn of andere tovenaar die me te hulp schoot met een of andere spreuk.
Maar zelfmedelijden is weinig ridderlijk, dus vatte ik dapper mijn queeste aan naar een paard. De tocht leidde me naar Dendermonde, maar ik kwam van een kale reis terug: ze hebben het ginder zelf nodig.
Vaak ben ik aan een ronde tafel gaan zitten, maar zonder ridderlijk gezelschap levert dat niets op.
De twijfel sloeg toe: zou ik voor een harnas kiezen of voor de wapperende cape van de rode ridder?
De aanschaf van een zwaard was een desillusie: ik zag er hoegenaamd niet uit als Lancelot. Dat was natuurlijk ook een man.
De heilige graal bleef hoe dan ook buiten bereik.
Uiteindelijk sta ik hier op dit podium nog altijd als mezelf. Wat, geloof me, ook een beproeving is. Ja, als lady McBeth had ik hier zónder schroom gestaan. Of als La marquise de Merteuil, Constance Mozart Weber, Antigone, Vera Alexandrowna van Tsechov. Fantastische rollen die ik al mocht spelen. Om die personages vorm te geven heb ik mogen samenwerken met goeie regisseurs. Ook met slechte. Met regisseurs die veel te laat kwamen. Dronken kwamen. Niet kwamen. Met beroepsregisseurs met een air. Met amateurregisseurs met een grotere air. Met regisseurs die willen, maar niet kunnen. Of andersom. Maar ook met mensen die passie voor theater uitstralen, bij wie het speelplezier al in hun ogen zit, regisseurs die je stimuleren, verder stuwen, vakmensen van wie je kan leren. Bij wie je je zo goed voelt dat je meer durft, beter wordt. Mensen die vastberaden hun visie verdedigen, maar ze ook durven bijsturen.
Vorige week citeerde toondichter en componist Jan Goovaerts een quote van de schrijver Ian McEwan, over de zeldzame momenten waarop muzikanten samen iets zoeters aanraken dan ze ooit eerder vonden tijdens repetities of uitvoeringen. Over iets wat verder gaat dan louter techniek of samenspelen. Die uitzonderlijke momenten bestaan ook in het theater. Momenten waarop de chemie ontstaat, waarop je elkaar beter maakt, vertrouwt en laat stralen.
Dus is er geen harnas nodig, maar kwetsbaarheid en overgave. Geen zwaard of paard, maar liefde voor taal, en genieten van het uitdiepen van prachtige, soms eeuwenoude teksten. En spelen, echt spelen.
Ik mag dus gewoon mezelf zijn als ridder. Uit het diepst van mijn hart bedank ik dan ook de grootmeester, de leden van de hoge raad, de ridders en jullie, mijn vrienden.